zondag 17 februari 2008

Half vrouw, half dier

Deze waren lelijk in de zin van de kwalijke en onbehoorlijk innerlijke vorm. Ze hadden macht die ze gebruikte om te doden. Het waren zij die doodde. De wezens waren niet volmaakte vrouwen. Ze waren deels vrouw en deels dier. Hoe dit binnen de kunst is weergegeven verschild erg per periode. Vooral in de latere periode is het vrouwelijke gedeelte gedetailleerder en mooier afgebeeld om hiermee de vrouwelijke, macht te benadrukken.

Sirenen en de meermin (de zeenimf/ muze)
De Sirenen en meermin waren mythische wezens, die half dier, half vrouw waren.
De meermin en de sirene hebben elementen uit het folkloristische volksgeloof maar de kern ervan gaat terug naar de godenverhalen uit de klassieke Oudheid. De meermin heeft het bovenlichaam van een vrouw en een onderlijf met een vissenstaart. De sirene heeft eveneens het bovenlichaam van een vrouw maar het onderlijf van een vogel, met klauwen en vleugels. De Grieken gebruikten het begrip sirene ook om diegenen aan te duiden die zeer meeslepend konden spreken. Ook wordt in de Oudheid de sirene en de muze genoemd als een en dezelfde. De overgang van sirene (half vogel / half vrouw) naar meermin (half vis / half vrouw) zou in de zevende eeuw hebben plaats gevonden. Soms worden ze door hun schoonheid ook wel zeenimfen genoemd. Ze waren volgens de vertellingen de dochters van de zeegod
Phorcys of die van de stroomgod Acheloüs en Sterope. Ze waren erg knap en zongen zulke mooie liederen, dat de reizigers die hun eiland passeerden de verlokking niet konden weerstaan. Vervolgens vaarden zij zich te pletter tegen de rotsen. De Sirenen zogen alle levenskracht uit de mannen tot de dood volgde. De eerste beschrijving in de literatuur is te vinden in de Griekse en Romeinse literatuur waar Homerus de sirenen vermeldt tijdens de reis van Odysseus. Odysseus ontsnapte, volgens het verhaal van Homerus, aan hun gezang door de oren van zijn bemanning te vullen met was en zichzelf vast te laten binden aan de mast van het schip. Hij kon op deze wijze de liederen horen terwijl zijn bemanning zich niet liet verleiden te dicht in de buurt van de rotsen te gaan.
Met de opkomst van het christendom ging men de meermin vereenzelvigen met de zonde, het femme fataal motief. De grondslag van de ondergang van de man. Ze worden als mooie vrouwen afgebeeld, die met hun schoonheid en zang de mannen betoverden. Het ging hier dus over de innerlijke lelijkheid/ slechtheid. Tijdens de middeleeuwen werd de meermin uitgerust met attributen zoal de luit, de spiegel en de kam. Zo werden de begrippen zonde en verleiding in verbinding gebracht met ijdelheid, en vrouwelijke schoonheid. In de literatuur zijn er talrijke voorbeelden van meerminnen. Er zijn omschrijvingen van gedaante wisselingen. In het water een vis en buiten het water een mooie vrouw. Het populairste verhaal met dit als standpunt is ongetwijfeld “De kleine zeemeermin” van Hans Christian Andersen. 1836. Maar ook bij Shakespeare (Comedy of errors, A midsummer night dream) (1594), John Donne (1590) en Edmund Spence (Faerie Queen) (1590) is de sirene/ meermin het onderwerp. In de oudste literatuur en legenden was er spraken van 2 sirenes. Latere literuur hebben het er over 3 en nog later zijn er hier nog mee aan toe gevoegd. De bekendste 3 waren Parthenope (maagdengezicht), Ligeia (schrille), en Leucosia (het witte zijn). In het boek over dieren en hun eigenschappen van de Florentijn Brunetto Latini (het bestiarium) is er de volgende beschrijving gegeven. “Die het uiterlijk van een vrouw hadden van het hoofd tot aan de dijen, maar naar beneden op een vis leken, en vleugels en klauwen hadden, waren er in drie soorten: uit de mond van de eerste kwam een buitengewoon gezang, van een stem als die van een vrouw; de stem van de tweede leek op de fluit of de canon, die van de derde op de citer; ze vertellen erbij dat zij door de zachtheid van hun gezang argeloze reizigers die op zee voeren deden vergaan”. De Duitse mythologie kende een meermin met een gespleten en dubbele vissenstaart. Deze werd de melusine genoemd. De verbeelding van de sirenen en de meermin in de kunst gaat ver terug. De eerste verbeeldingen zijn terug te vinden als kleine beeldjes, afbeeldingen op vazen, pentekeningen gravures en mozaïeken. Later zijn er gedetailleerdere schilderijen, tekeningen en sculpturen terug gezien. De eerste afbeeldingen zijn vrij primitief. Het zijn vrouwen met een vogel lichaam (de sirenen). Ze bestaan voornamelijk uit een vogeldeel. De borst en het gezicht geven het vrouwelijke weer. De vrouw is niet zo mooi en verleidelijk aangegeven als in de latere werken. Vanaf de 7de eeuw worden de sirenen als meerminnen afgebeeld met het onderlijf van een vis. Er heeft een overgang plaats gevonden. Ik heb hiervan voorbeelden terug gevonden uit de 12de eeuw. Latere werken bevatten meestal de vrouwen met een vissentaart. De vrouwen zijn nu mooi afgebeeld om de verleiding van het verhaal te benadrukken. De mooiheid benadrukt hun macht op de man. Het zijn naakte jonge vrouwen. Dit zie je ook bij de nimfen terug. Ze dragen vaak attributen als een luit, citer, spiegel en de kam. De attributen komen ook voor bij de muzen. De melusine en de transformatie van in water een vis en buiten water een vrouw zie je veel minder terug in afbeeldingen. Toch zijn hier voorbeelden van te vinden. Verder zijn ze vaak te herkennen aan hun omgeving. Water en boten/ schepen met mannen. Het verhaal van
Odysseus is vaak gebruikt in de kunst. Hij is te herkennen doordat hij vastgebonden is aan de mast. Verder is hij herkenbaar door zijn baard, wapen en wapenuitrusting. Voor voorbeelden zie de beeldbijlage. Latere kunstenaars die zich hebben laten inspireren door de sirenen waren o.a. Franz von stuck, Charles Edward Boutibonne, John William Water, Herbert James en Picasso.

De Sphinx
De Sphinx is een wezen dat zowel in de Griekse als Egyptische mythologie voorkomt. Groot verschil is de interpretering ervan. De Egyptische Sphinx geldt als een godin van wijsheid en kennis. De Griekse Sphinx daarentegen is een verafschuwend, (innerlijk lelijk) bloeddorstig wezen. Verhaal gaat terug ongeveer 600 jaar voor Christus.

De plaats Thebe in Griekenland werd geterroriseerd door een
Sphinx. De Sphinx is volgens de Griekse legende een monster met het uiterlijk van een halve leeuw en een halve vrouw met vleugels. Deze Sphinx wachtte voorbijgangers op bij de stadspoort en wurgde iedereen die haar raadsel niet kan oplossen. Daarna at ze de dode voorbijganger op. Oedipus ging naar Thebe om de uitdaging aan te gaan. Het raadsel opgelegd aan Oedipus luide als volgt: "Welk dier loopt 's ochtends op vier benen, 's middags op twee benen en 's avonds op drie?" Het raadsel van de sfinx wordt door Freud in verbinding gebracht met de kinderlijke nieuwsgierigheid naar de vraag waar kinderen vandaan komen. Het verhaal gaat dat de Sphinx elke keer een ander raadsel opgaf maar omdat niemand het overleefde is er niet bekend welke dit waren.

Oedipus slaagt erin het raadsel op te lossen (Een mens "loopt" als baby op handen en voeten, als volwassene op twee benen en als hij oud is geworden loopt hij op drie benen: twee benen en een wandelstok). Nadat het raadsel was opgelost heeft de Sphinx zichzelf tegen de klippen geworpen. Zo verloste Oedipus de stad van het monster. Na zijn vader te hebben vermoord wordt hij koning en trouwde hij zijn moeder. De Sphinx is in de kunst te herkennen aan het onderlijf van de leeuw en het bovenlijf van de vrouw. Het bovenlijf heeft vleugels aan de achterkant en borsten aan de voorkant. Het wezen heeft een agressieve en sterke uitstraling. Het wezen draagt meestal een kroon of band om haar hoofd en staat over het algemeen geplaatst op een sokkel. Dit kan de rotst bij de stadspoort in Thebe symboliseren. Op sommige werken is te zien dat ze 1 leeuwenpoot omhoog steekt. De vraag van het raadsel stelende. Vaak is dit in de kunst samen weer gegeven met Oedipus. Afbeeldingen vind je veelal terug op Griekse vazen en borden. Ook zijn er tal van beelden bekend. Ook hier geld hoe later de werken hoe gedetailleerder. Voor voorbeelden zie de beeldbijlage. Latere kunstenaars die zich hebben laten inspireren door de Sphinx waren o.a. Jean Auguste Dominique Ingres, Henry Fuseli en Gustave Moreau.

Geen opmerkingen: