Ze werden eerder al genoemd bij het hoofdstuk van de sirene.
Muzen (godinnen uit de oudheid)
De negen Muzen, ook wel Parnassides genoemd naar hun woonplaats op de Parnassus, waren de Griekse godinnen van de kunsten en wetenschap. Namen voor de drievoudige muzen waren Melete ('meditatie'), Mneme ('herinnering') en Aeode ('lied'). Zij waren de dochters van Moeder Aarde en de Lucht. De negenvoudige muze met haar functies kwam voor het eerst voor bij Hesiodus. Muzen waren verleidelijk en meeslepend. Denk aan de sirenen die ook wel muzen worden genoemd.
De negen muzen zijn:
Kalliope (muze van de filosofie en de retorica)
Clio (muze van de geschiedschrijving)
Melpomene (muze van de tragedie)
Thaleia (muze van de komedie)
Urania (muze van de sterrenkunde)
Erato (muze van de lofzang, het lied en de lyriek)
Terpsichore (muze van de dans en de lyrische poëzie)
Euterpe (muze van het fluitspel)
Polyhymnia (muze van de retoriek en de gewijde liederen)
Nimfen (mythische personages uit de oudheid)
Een nimf (bruid, gesluierd) is een Griekse chtonidsche half godin die in de natuur leeft, en vaak gebonden is aan een bepaalde plek of plantensoort. Ze is een bevallig meisje, dat in de godsdienstige voorstellingen van de Grieken een personificatie was van het leven en de rusteloze werkzaamheid, die er heerst in de natuur. De werkkring van nimfen strekt zich dan ook over de ganse natuur uit. Zij kan zich openbaren in het ruisen van de bronnen en beken, zowel als in het ontkiemende plantenleven, in het bos en op veld en weide. Nu eens wijdt zij zich aan de een of andere nuttige werkzaamheid, dan weer voert zij samen met andere nimfen bevallige reidansen uit en zingt vrolijke, lustige liederen, of duikt met haar tedere ledematen onder in het water. Er zijn verschillende soorten nimfen onderscheiden naar de verschillende delen van de natuur, waarin zij leefden en werkten:
Hydriaden, nimfen van de wateren
Nimfen van de bergen,
De dryaden of hamadryaden zijn bosnimfen.
De anthousa zijn de onbekende nimfen van de bloemen.
De aurae zijn de nimfen van de bries, waarschijnlijk dochters van de vier winden
De lampaden dragen toortsen om het pad van hun meesteres Hekate te verlichten. De oude Grieken geloofden dat deze nimfen ook verantwoordelijk waren voor de visioenen van de sterfelijke.
De maenaden of bacchanten vergezellen de god Dionysus. Ze dragen lange gewaden en dierenvellen, en voeren wilde dansen uit. Hun voedsel bestaat uit rauw vlees, dat zij met blote handen van hun slachtoffer afscheuren.
De beeldende kunst stelde de nimfen voor als bevallige meisjes, zeer dikwijls in het gevolg van Dionysos. Gewoonlijk waren zij met bloemen en kransen gesierd. De najaden werden dikwijls voorgesteld als water scheppende of een mosselschelp voor zich uithoudende of wel met een ander attribuut, dat op hun betrekking tot het water duidde. Doorgaans worden zij in een licht gewaad voorgesteld of naakt.
zondag 17 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten