donderdag 3 april 2014

Voor meer informatie over de maker Rachelle Delcroix
Bedankt voor uw interesse.


zondag 17 februari 2008

Essay "De lelijkheid van de vrouw"

Hier vind je een essay uitgewerkt ter beoordeling van kunstgeschiedenis jaar 1 deeltijd fotografie aan de kunstacademie AKV St Joost. De hoofdstukken zijn per bericht ingedeeld. Zo kun je alle lezen of enkel waar je interesse en nieuwsgierigheid naar uit gaat.

Veel leesplezier

De lelijkheid van de vrouw
Van de oudheid tot de barok in de westerse beschaving



Inleiding
Van oudsher hebben mensen een mening over wat mooi en lelijk is. Tot de dag van vandaag vinden we dit overal terug in de modewereld, de reclame, trends en in de kunst. Over wat mooi en lelijk is valt te twisten. Het is een kwestie van smaak. Echter zorgen zowel opvallende en onopvallende manipulaties ervoor dat er in de verschillende perioden een algemene duidelijkheid ontstaat over wat mooi en lelijk is. Tegenwoordig wordt dit door diverse media mogelijkheden naar buiten gebracht. Wij laten ons hierdoor inspireren in eigenlijk alles wat we doen, bekijken, dragen en maken. Vroeger waren het vooral de schrijvers die omschreven wat mooi en lelijk was al dan wel of niet geïnspireerd door mythen, vertellingen en geloven die de wereld rijk was. De literatuur inspireerde vervolgens door de eeuwen heen diverse kunstenaars in hun werk.

Toen ik het boek tegen kwam: “De geschiedenis van de lelijkheid”van Umberto Eco was ik stom verbaasd dat hierin speciaal een hoofdstuk was gewijd aan de vrouw. Dit inspireerde mij om hier mee aan de slag te gaan.

Wat is dat, “de lelijkheid van de vrouw”?
Hebben we het hier over zowel uiterlijkheden als innerlijkheden? Waar komen de waarden, normen en (voor) oordelen vandaan? Is het de vrouw die lelijk is of het karakter van de man die de verleiding van de schone niet kan weerstaan en de vrouw hiermee als slecht en lelijk classificeert? Is het juist het onbekende wat we lelijk vinden en de angst die hieruit ontstaat?

Ik was erg benieuwd en ben aan de slag gegaan met mijn vraagstelling:
Wat is dat, de lelijkheid van de vrouw?

Ik heb eerst proberen antwoord te geven op deze vraag door de term lelijkheid te definiëren. Vervolgens heb ik de diverse vormen van lelijkheid die terug te vinden zijn nader onder de loep genomen om een indruk te geven hoe het onderwerp door de eeuwen heen heeft geleefd en schrijvers, kunstenaars heeft geïnspireerd. Mijn antwoord op de vraagstelling vind je terug in de tekst bij de verschillende onderwerpen en categorieën die ik behandel. De categorieën zijn gekoppeld aan mijn definitie en behandelen zowel de innerlijke als de uiterlijke kant en de combinatie hiervan. Dit zowel over de vrouw als mens, alsook de mythische en bijbelse kant.


Veel lees plezier.

Inhoud

Lelijkheid versus schoonheid in het algemeen
Bekeken vanuit de westerse beschaving
· Wat is lelijk dan

Definities
· De definities zoals wij dit heden ten dagen kennen
· Mijn essay definitie

De lelijkheid van de vrouw in het algemeen
Het lelijke in de klassieke oudheid
Het obscene
De vrouwvijandige traditie
De dood
Moira/ Fata Godinnen van het noodlot
Fysionomie

De heks
Het onbekende maakt nieuwsgierig maar ook bang.
De heks van Endor

Half vrouw, half dier
Sirenen en de meermin (de zeenimf/ muze)
De Sphinx

Femme fatale
Medusa/ Medousa
Circe
Medea
Salome
Helena

Overige Femme’s (fatale)
Lamia
Clodia/ Lesbia
Messalina
Cleopatra
Juno/ hera
Pandora
Bacchus vrouwen

De muzen en de nimfen
Muzen
Nimfen

Bronvermelding
Literatuur
Overig

Lelijkheid versus schoonheid in het algemeen

Bekeken vanuit de westerse beschaving

Door de eeuwen heen zijn er diverse definities gevormd door filosofen, schrijvers en kunstenaars over schoonheid. Al het gene wat niet onder de definitie viel van schoonheid was daarmee de aangewezen lelijkheid. Lelijkheid werd dus enkel gedefinieerd als het tegenovergestelde van de schoonheid. Raakpunten waren wel dat zowel de schoonheid als de lelijkheid smaak betreft passend bij een bepaalde periode en passend bij een bepaald continent.

“Iets is mooi als we er, indien het van ons was, blij mee zouden zijn en we het nog steeds mooi zouden vinden als het aan iemand anders toebehoorde”. (Umberto Eco) Mooi wordt hier vaak omschreven als goed geproportioneerd en harmonieus. Maar hoe dit vertaald wordt is onderhevig aan veranderingen. Door theoretische standpunten naast werken uit andere periode te leggen kan er gezien worden wat er in de ene eeuw als goed geproportioneerd en harmonieus werd gezien terwijl dit in de andere eeuw niet noodzakelijkerwijs meer was. Zo werd proportie in de middeleeuwen gezien als bijvoorbeeld de afmeting en vorm van een gotische kathedraal terwijl dit in de renaissance werd ervaren als iets primitiefs en barbaars. De begrippen mooi en lelijk zijn dus gerelateerd aan verschillende perioden en culturen.

“Hegel (Georg Wilhelm Friedrich) stelt dat de subjectieve smaak ten aanzien van de schoonheid geen vaste regels kent en dat dit een geluk is voor beide partijen in een huwelijk”. (uit geschiedenis van de lelijkheid)

Niet enkel wordt schoonheid en lelijkheid omschreven vanuit esthetische waarden. Vaak gebeurt dit ook vanuit politieke en sociale standpunten. Zo verandert het hebben van veel geld een onvermogen tot het tegenover gestelde. Geld compenseert lelijkheid “want je kunt ermee een mooie vrouw kopen”. (1844 Marx, economische filosofische manuscripten).
Geld en macht hangen samen. Hoe lelijk je ook was je werd vol toewijding geschilderd door de hofschilder. De hofschilder deed eerder zijn best gebreken te camoufleren dan de zichtbare gebreken breed uit te meten. Charisma en de aantrekkingkracht van de rijkdom zorgde er vervolgens voor dat de onderdanen het werk vol aanbiddingen bekeken. Vandaag de dag koop je met veel geld een nieuw gezicht bij de plastische chirurg.


Wat is lelijk dan.
In het schone heeft de mens zich altijd opgeworpen als criterium. Hieruit ontstonden en ontstaan nog steeds normen voor het schone en de volmaaktheid. De mens spiegeld zichzelf in datgene wat ze wil zien en wil ervaren. Het lelijke is een degradatie hiervan. Lelijk is datgene wat als waardeoordeel lelijk met zich mee draagt. Denk hierbij aan uitputting, zwaarte, verminking, onvrijheden (door bijvoorbeeld verlamming en kramp), ouderdom, aftakeling, reuk en kleuren van ontbinding. Misvormingen en spelingen van de natuur werden vaak meedogenloos weer gegeven door de kunstenaars en beschouwd als lelijk. Misvormingen van de natuur werden in de middeleeuwen ook wel gedrochten genoemd. Het waren wonderbaarlijke en verbijsterende maar wel natuurlijke verschijnselen. Dit verschilde van de monsters die werden gezien als afstammelingen van een niet menselijk ras.

Vanaf de Renaissance werd de wereld een stuk groter. Ontdekkingsreizigers gingen de wereld over en kwamen van alles tegen wat nog nooit eerder gezien was. Ze verzamelde rariteitenkabinetten waar ook mensen een onderdeel in kregen. Aan de vorstenhoven in heel Europa waren van deze menselijke rariteiten te vinden. Ze werden verzameld, opgekocht of in dienst genomen. In werk van diverse kunstenaars zijn bijvoorbeeld dwergen terug te vinden. Een van de bekendste werken is dat van Diego Velázquez. Las Menias uit 1656 werd later weer als inspiratiebron gebruikt voor andere kunstenaars zoals in 1957 door Picasso.

Door het verdwijnen van de monarchieën verplaatste de vorstelijke rariteiten zich naar de kermis. Exploiteren van mensen zou tegenwoordig niet meer kunnen maar destijds zag men er
geen kwaad in om bezoekers te vermaken met de wanschepsels zoals ze in die tijd werden genoemd. Op strooibiljetten en in krantenadvertenties werden de rariteiten als het meisje met de aan elkaar gegroeide benen als kermisamusement aangeprezen (de meermin). Andere geëxploreerde vrouwen waren bijvoorbeeld de eskimo uit 1657 in Den Haag. Aanbevolen onder de omschrijving “een wild wijf met een kind”. Madame Coffullia was de vrouw met de baard waarvoor in Utrecht een bewijs van echtheid was gegeven. De bekendste der dwergen was prinses Johanna Paulina Musters. Geboren in 1876 te Ossendrecht. Op achttienjarige leeftijd was ze 46 centimeter hoog en vier kilo zwaar.

In geuren en kleuren werd er op de kermis aan de ongeletterde mens verteld hoe de mensen aan hun afwijkingen zouden zijn gekomen. Dit werd natuurlijk gedaan aan de hand van de toenmalige wetenschap. Gelukkig weten we vandaag de dag beter. Er werd verteld dat het wanschepsel een gevolg was van de inbeelding van de moeder, van verrotting of bederf of door de vermenging van zaad door prostitutie. De wanhebbelijke samenkomst tussen man en vrouw zou resulteren in het baren van deze wanschepsels.

De oorzaak werd vaak in de verderfelijkheid van de vrouw gezocht. En de manipulatieve uitleg moest een les zijn om deze verderfelijkheid te voorkomen. We hebben het tot nu toe vooral gehad over uiterlijkheden. Echter komen we hier ook op het punt van verderfelijkheid, karakter, gedrag en verleiding. Onderwerpen die ook aangeduid kunnen worden met de lelijkheid van de vrouw. We hebben dus de innerlijke en de uiterlijke lelijkheid. Beide begrippen vinden we binnen de (kunst) geschiedenis in veelvoud terug. Mooi en lelijk liggen soms erg dichtbij elkaar. Zo is de femme fatale mooi en lelijk te gelijk. Ze verleid je met haar mooie uiterlijk om je vervolgens de dood in te jagen. Lelijkheid is dus in deze zin verwant aan slechtheid. Je kunt hierbij denken aan de verleidster en de heks. Naast de tastbare mens zijn er ook de vrouwelijke klassieke personages, de vrouwelijke bijbelse en de religieuze personages. Denk aan de mythische personages en wezens als de sirenen en de Sphinx.

Definities

De definities zoals wij het heden deze dagen kennen
Er volgen divers delen van definities uit de van Dale. Ik heb eruit gehaald wat voor mij van belang is om te komen tot een eigen hanteerbare definitie horende bij mijn vraagstelling.

Schoonheid >
1 bijzonder mooie vrouw
2 de eigenschap van mooi te zijn of de eigenschap die ertoe bijdraagt een schoonheid te zijn, een verblindende schoonheid

Schoon >
1 het wat mooie aan iets of iemand.
2 bijna vrij van ongerechtigheden

Mooiheid >
1 aangenaam om naar te kijken of te luisteren zich mooi maken zich fraai uitdossen
2 blijk van goedkeuring, tevredenheid

Lelijkheid >
1 niet mooi zijn
2 onaangenaam om te zien of te horen (zo) lelijk als de nacht foeilelijk
3 kwaad, boos iemand. lelijk aankijken
4 gemeen, onbehoorlijk

Slechtheid >verdorvenheid >zedenbederf > verslechtering van de moraal

Innerlijk > zich bevindend in iemands geest

Uiterlijk > het uiterlijke verschijningsvorm aan de buitenzijde vertonend of daarop betr. hebbend



Mijn essay definitie

Vraagstelling: Wat is dat, de lelijkheid van de vrouw?

Verscherping van vraagstelling: Ik bekijk mijn vraag vanuit de westerse beschaving in de periode van de Oudheid tot de Barok.

Onder vrouwelijke lelijkheid versta ik zowel de uiterlijke onaangenaamheid met als tegenovergestelde het mooie, als ook de kwalijke, onbehoorlijk innerlijke vorm die zich uit in de slechtheid van de vrouw of opvattingen hierover door het onbekende en de bestaande verhalen. Dit voorkomend bij vrouwelijke wezens aards, hemels en mythisch gekoppeld aan omschrijvingen, behorende bij een bepaalde tijd en cultuur. Het gaat hier niet alleen om de verbeelding van de lelijkheid van de vrouw in de kunst maar ook om de opvattingen van schrijvers en filosofen die de kunstenaars inspireerde. Mooi staat zo in veel gevallen voor verleidelijke slechtheid waarmee de afgebeelde vrouw toch als een lelijk persoon opgevat mag worden. De lelijkheid zat dan vaak niet in de vrouw zelf maar in de zwakte van de man die de schoonheid niet kon weerstaan.

De lelijkheid van de vrouw in het algemeen

Het lelijke in de klassieke oudheid
Bij het ontstaan van de westerse beschaving heeft Griekenland een belangrijke rol gespeeld.
Griekenland wordt ook wel de wieg van de westerse beschaving genoemd. De Griekse verhalen en Mythen domineren vrijwel alle literatuur uit de oudheid. Schoonheid was volgens hen het hebben van de juiste proportie. In het begin van de Griekse oudheid gingen ze bij de juiste proportie uit van een beeld van een speerdrager. De speerdrager bevatte volgens hen alle regels van de juiste belichaming.

In latere periode werden proporties bekeken vanuit enkelvoudige breuken. Zo moest bijvoorbeeld het gezicht 1/10 van het totale lichaam zijn. Er ontstonden vele begrippen en vertalingen rondom wat schoonheid was. Uiterlijke schoonheid kon zo ook innerlijk lelijk zijn. Denk aan de mooie Helena die innerlijk in staat was tot overspel en hiermee de Trojaanse oorlog veroorzaakte en vele de dood injoeg. Binnen de dialoog tussen de filosofen ontstonden er verschillende opvattingen van schoonheid en lelijkheid waardoor het schema van de lelijkheid als tegenpool van de Kalokagathia complex werd. Kalokagathia is een begrip dat het verenigd ideaal van
Goedheid en Schoonheid verwoordt. Het zijn zelden vrouwen die het Grieks ideaal van goedheid en schoonheid belichamen. Het zijn vooral de gentleman en de ridder. Dus de man. Er was veel gruwel in de Griekse beschaving, men was geobsedeerd door allerlei vormen van lelijkheid en slechtheid. De klassieke mythologie is er dan ook een vol onuitsprekelijke wreedheden. Vele vrouwelijke mythologische figuren zijn omschreven. Mythes bevatten veel kwaad en bevatte beeldschone wezens die tot gruwel in staat zijn. Ik kom hier later op terug. In de klassiek wereld was men gevoelig voor gedrochten en wonderen. Ze werden beschouwd als tekens van nakend onheil. Hieronder vielen onder ander misgeboortes en tweeslachtige kinderen. Ze vormde morele lessen.

Het obscene
In de westerse maatschappij zijn uitwerpselen en seksuele daden vaak benoemt tot schaamtevol. Het boezemt afkeer waardoor we het als lelijk ervaren. Het schaamtegevoel is onderhevig geweest aan veranderingen in verschillende culturen en historische periodes. In de Griekse Oudheid en in de Renaissance was zo het afbeelden van naakt en attributen een teken van schoonheid. Omdat ze bijdroegen aan de schoonheid van het lichaam. De culturen en periode die wel een sterk schaamte gevoel hadden proberen dit te doorbreken met obsceen gedrag. Het komt voort uit een woede en de drang tot het provoceren met lust. De cultus wordt gekenmerkt door de obsceniteit, een zekere lelijkheid maar met komische aspecten.

De Middeleeuwen was een tijd vol tegenstellingen. Er bestonden plaatsen waar prostitutie werd getolereerd. Er waren vrouwendorpen die ze ook wel de naam duiventillen gaven. De duiventil is dan ook in de kunst het symbool van een bordeel. Het obscene was de verheerlijking van het mismaakte. Want een vrouw die tot prostitutie was verlaagd was een innerlijke slechte en verdorven vrouw.

In 1635 verscheen het boek over de lelijkheid van Antonio Rocco. Hij beschreef dat de lelijkheid van de vrouw aangeprijsd moest worden als de hoeder van de eerlijkheid. De lelijke vrouw was volgens hem de remedie tegen ontucht en de gelegenheid tot gelijkheid en rechtvaardigheid. Lelijke vrouwen roepen namelijk geen begeerte op en zielenpijn op bij hun man en zijn niet zo wulps als mooie vrouwen. Hij definieert zaken als geboorte en menstruatie als walgelijk. Omdat hierdoor voortplanting van het lelijke kan ontstaan.


De vrouwvijandige traditie
In de klassieke literatuur worden veel afstotelijke vrouwen portretten omschreven. De vrouw is het ontstaan van alle kwaad en daarmee alle ellende op aarde en de ellende voor de man. Vrouwen zitten vol verdorvenheid en zijn tot verleiding in staat. Vanuit de christelijke wereld werd verleiding door make-up gezien als een teken van onzedelijkheid. “De vrouw wordt mooier uit deugdzaamheid dan van rouge”. Verleiding met schoonheid zal volgens de Christelijke wereld ten alle tijden gelijk staan aan prostitutie. Een vrouw maakt zich op om haar lichamelijke gebreken te maskeren. Dit is tevergeefs om zichzelf aantrekkelijk te maken. Tijdens de middeleeuwen vloeien afzichtelijke uiterlijkheden van de vrouw in direct voort uit de innerlijke slechtheid en verderfelijke verleidingskunsten. Blozende natuurlijke gelaatstrekken genoten de voorkeur net zoals blonde haren. Het was een toonbeeld van schoonheid. Er waren specifieke tijdperken waarin rood haar demonisch was. In de vroege middeleeuwen werd dan ook gedacht dat rood haar een teken was van hekserij. Dit was vermoedelijk omdat rood haar veroorzaakt werd door een genetische mutatie. In latere periode was blond of geel haar juist een teken van verdorvenheid. Het waren prostituees. Vrouwen met aanzien gebruikte plantenextracten en mineralen om hun haar donkerder te maken. Haarstyling is al in de Romeinse periode ontstaan 300 voor Christus. Er werd toen anders gedacht over kleur haar dan dat gebruikelijk was in de middeleeuwen. Zo hadden de vrouwen van adel in die tijd hun haar rood, vrouwen uit de middenklasse blond en arme vrouwen zwart. Tijdens de Renaissance verkozen vrouwen goudkleurig en blond haar omdat dit een engelachtige bijbetekenis had.

In de Middeleeuwen vinden we veel afbeeldingen terug van de oude vrouw. De oude vrouw staat voor het lichamelijke en het morele verval. De blik van de oude vrouwen is dodelijk geworden. Dit zou komen omdat ze hun menstruatiebloed zouden vasthouden. Ze zouden pasgeborene hiermee kunnen vergiftigen. In de Renaissance wordt de lelijkheid van de vrouw een komisch vermaak met lofzangen die afwijken van het esthetische. Pas in de Barok gaan ze de ouderdom en gebreken van de vrouw zien als aantrekkelijk.

Hier een voorbeeld van een tekst vol misogynie. (haat tegen vrouwen)
“Vrouw met de huid van een olifant, wat wil je toch van me? Waarom stuur je cadeautjes en briefjes aan mij wiens neus voor een kranige kerel veel te verfijnd is? Of een rottende vis of ranzige geit in je oksels schuilgaat, ruik ik met grotere scherpte dan een speurhond het hol van een zwijn. Wat een zweetlucht en kwalijke stank stijgen op van je rimpelige lijf, wanneer de niet te bedwingen geilheid haastig bevredigd terwijl mijn lul al verslapt is, al je natte make-up en je schminklaag, stront van een krokodil, verzaken en jij je in je bronstijd de strakke matras en de planken kapot beukt.” (Horatius, episode 12)


De maniërisme stijl probeert niet langer het mooie weer te geven maar de expressie. Er wordt gekozen voor het extreme, mismaakte en het bizarre. In deze stroming wordt de wereld van het geweld, de dood en het gruwelijke onderzocht. Tijdens de Barok is het dan ook niet gek dat er voorliefde ontstaat voor het buitengewone. Hetgeen wat verwondering kan opweken. Er wordt niet teruggedeinsd om klassieke esthetiek te laten varen. De lelijke vrouw wordt dan ook vanuit een ander perspectief bekeken. Onvolmaaktheden worden weergegeven als belangwekkend en zelfs als zinnelijke stimuli. Dit zien we later ook terug in de romantiek. Er ontstaan lofzangen over de vrouwelijke dwerg, manke vrouwen, stotteraardster de bochelaardster de schele en de pokdalige vrouw.

De dood
Vanuit de christelijke wereld ingegeven was ouderdom een symbool van lichamelijk en moreel verval. Aftakeling is een teken van lelijkheid. Ten aanzien van dit verval zijn ook vele lofzangen gemaakt. In werken werd veel gebruik gemaakt van symbolen.
Een aantal van die symbolen zijn:
Slang: symbool van de onderwereld en het dodenrijk. De bijbel associeert de slang met het kwaad en met de duivel. Symbool van nijd en tweedracht.
Vuur: loutering, bezieling, hellevuur
Zandloper: vanitassymbool dat de mens eraan herinnert dat ijdelheid en vergankelijkheid dicht bij elkaar liggen. Symbool van de tijd.

We zien deze symbolen niet enkel terug bij werken over ouder vrouwen maar ook vaak in mythen en bij heksen. In van de mythen is die van Moira. Moira heeft zo haar eigen symbolen en wordt ook gezien als oud en geleefd.


Moira/ Fata Godinnen van het noodlot
Moira staat voor lotsbestemming en is oorspronkelijk een drievoudige godin uit de Griekse mythologie. Het woord is verwant aan het Griekse begrip moros wat lotsbestemming betekent.
Het is de
schikgodin die in drie deelvormen voorkomt. De attributen waarmee de godin wordt afgebeeld zijn een wiel, wollen draad, spoel, spinrok, spinnewiel, schaar, mes en een weegschaal.
Haar feestdag in het oude Griekenland was op
23 augustus. Op deze dag dienden de Grieken het eigen geweten te onderzoeken en vanuit de bevindingen hun plannen voor de eigen toekomst te maken. In de Romeinse mythologie heet de godin Fata of Parca. Bijzonder aan de godin is dat zij een "drievoudige persoonlijkheid" bezit. Ze bestaat uit 3 subgodinnen die samen de levensloop bepalen. In de kunst worden ze vaak voorgesteld als oud en geleefd. Ze zijn in de regel niet zelf het onderwerp in de kunst maar onderdeel van een allegorische compositie over leven en dood. De tand destijds en de triomf van de dood. Moira en haar drie vormen geven vorm aan de idee van de godin als schepper, handhaver en vernietiger. De draad is daarbij het symbool voor het leven. Het zijn de godinnen die het tijdsverloop bepalen. De drie godinnen zijn:
Clotho is de spinster, het woord komt van het Griekse woord klothein wat spinnen betekent. Zij spint de levensdraad met haar spinnewiel.
Lakhesis is de godin die toedeelt, het woord komt van het Griekse woord lakhenein of lakh wat "door het lot verkregen" betekent. Ze rolt de gesponnen draad op of houdt hem vast. Dit symboliseert de ontwikkeling en richting van het lot. Om te bepalen wat er met de draad gebeurd trekt ze lootjes uit een urn. Haar attributen zijn lotstaafje, een globe en een griffel.
Atropos is de godin die de levensdraad doorsnijdt, het woord komt van a, wat niet betekent en tropos wat draaiend of veranderlijk betekent. In combinatie dus onveranderbaar of onvermijdelijk. Haar attributen zijn een schriftrol/ wastafeltje met graveerstift en een zonnewijzer. De zonnewijzer verwijst naar de functie om het wiel/ zon te laten draaien en zo de schepping gaande te houden. Atropos kan voor een individu het wiel stilzetten. Zij schrijft ook het voorbeschikte lot op.

Fysionomie
Fysionomie is van groot belang geweest bij de geschiedenis van de lelijkheid in het algemeen dus ook voor die van de vrouw. Na 1500 begonnen de omschrijvingen van gelaatskenmerken en kenmerken van de mens te koppelen aan karaktertrekken. Er ontstonden er beschrijvingen die er toe deden bepalen of iemand lelijk was. Deze werden uitgetekend. Zo zou je aan de ogen kunnen herkennen of de vrouwen leugenaars waren of verraders. Aan voor uitstekende tanden zou je kunnen afleiden of het ging om een wrede vrouw. Dikke lippen verwijzen naar onnozelheid en onwetendheid want, zo zijn de lippen ook van de ezel en de aap. Een voorhoofd van een ezel is bol hoog en bultig. Mensen met een hoog voorhoofd waren dan dus in die tijd ook dom. Iemand met een punthoofd kent geen schaamte, de dwaas is brutaal net zoals de kraai en de kwartel. Koude complexie zou te herkennen zijn aan de afwezigheid van haar, slappe dunnen haren, een koud lichaam, een rood vel, rode haren, wittige ogen, bleekheid en een schelle en schrille stem. Tekenen van een vochtig temperament zouden te herkennen zijn aan een vlezig glad lichaam met verborgen gewrichten. Hun ogen huilen en ze zijn blond. Ze zijn krachteloos en kunnen geen inspanning verduren door uitputting. Een ontrouwe echtgenote heeft een vuist dik gezwel achter haar oor (hersenen). Ook vroege rijpheid van de vrouw ten aanzien van zinnelijk genot en de geringheid tot correctie zou je uit vele omschrijvingen kunnen halen. Ze zijn te veel om op te noemen dus waren waarschijnlijk alle vrouwen zo.

Wie lelijk is, is misdadig en van nature slecht. Het waren vooral die, die fysieke gebreken hadden door armoede. Het behoren tot de lage klassen en dus de uit de maatschappij vallende groep zorgde ervoor dat er slechte voeding was en vele ziekten. De mensen behorende bij deze groep waren vaak asociaal. Dit steunde de toen de tijd ontstaande theorie. Het betreft hier prostituees, dementen, dievegges en homoseksuelen. Dievegges hebben een onzekere zijdelingse en afwijkende blik. Een loerend netelig oog. Kenmerken van het “ellendige slag” prostituees zijn vrouwen die vaak na de 25 jaar last hebben van overmatig dikheid. De stem verraad het schoon uiterlijk dmv de heesheid. Er komen uit deze ongelukkige vrouwen enkel hezen en onharmonische klanken die de oren teisteren. Daarnaast worden bij deze schepsels meestal grijze ogen aangetroffen.

Deze en andere fysionomische kenmerken bleven een rol spelen tot ver na de Barok en er worden nog steeds onderzoeken na gedaan bijvoorbeeld ten aanzien van criminelen. Ze brandmerkte de mens als individu of ras.

De heks

De heks behoord tot de duivelse wezens die we als sinds mensen heugenis kennen. Ze duiken al op ver voor Christus en ze komen onder andere voor in de bijbel en de Griekse mythologie. Het gaat hier over de beoordeling van zowel de uiterlijke als de innerlijke lelijkheid van de vrouw. De angst en het niet wetende van de medemens zorgde ervoor dat willekeurige vrouwen zo werden bestempeld. Er heerste een diepgewortelde angst in de mens voor het duister en de ongekende natuur. Als we het over heksen hebben dan hebben we het over vrouwen. De haat tegenover vrouwen zorgde ervoor dat er vanaf het begin zo werd beredeneerd. Citaat uit de Heksenhamer “Alle hekserij komt voort uit de vleselijke begeerte, die bij vrouwen onverzadigbaar is, (…) zodat het geen wonder is dat er meer vrouwen behekst zijn dan mannen. (…) en gezegend zijn de allerhoogste die tot op heden het mannelijke geslacht heeft behoed voor deze laagheid.” (1487). Vooral de Christelijke wereld was van mening dat alleen de vrouw in staat waren een verbond aan te gaan met de duivel. Alleen de vrouw zou tot zo’n zonde in staat zijn. Door het verbond ontleenden ze bovennatuurlijke krachten van de duivel waardoor ze konden vliegen op bezems en bokken. Ze zouden hierdoor ook de toekomst kunnen voorspellen en ziekten kunnen veroorzaken. De heks die vaak niet meer was dan zoals we dat nu noemen, de dorpsgek, of een dorpsvrouw met verstand van kruiden kreeg al snel de schuld van een mislukte oogst of de dood van een kind. De kruidenvrouwtjes waren de zondebok en zonder pardon werden ze veroordeeld. Pas tijdens de Renaissance werden heksen terechtgesteld. Dit was toen nog vrij onschuldig. Het bleef bij een boete of een verbanning uit het dorp. Vanaf 1500 kwam hier een verandering in en werden de vrouwen veroordeeld tot de brandstapel of de strop. Ze werden vanaf toen beschouwd als duivelaanbidders en niet meer als de heidense kruidenvrouwtjes, zoals tijdens de voorafgaande Middeleeuwen. Een belangrijke rol in deze vervolging speelde het boek Malleus maleficarum oftewel De Heksenhamer. Dit boek werd geschreven in het Duitse rijk in 1486 door de monniken Heinrich Kramer en Jacob Sprenger. In dit boek stond hoe je de goddeloze vrouwen kon herkenen, hoe ze te ondervragen en te martelen om tot een bekentenis te komen. Van de 16de tot de 18de eeuw vindt er een explosieve groei plaats in heksenprocessen. Na de beschuldiging werden er marteling proeven met water of vuur gedaan zodat ze konden nagaan of het echt ging om een heks. Meestal overleefde de vrouw dit zogenaamde Gods oordeel niet. Het maakte eigenlijk niet uit of je een bekende bent of niet, want als onbekende zou je geholpen zijn door de duivel om de pijnbank te doorstaan. Je werd dan alsnog schuldig bevonden. Tijdens bekentenissen werden door de vrouwen ook vaak namen genoemd van anderen. Hierdoor ontstond er een sneeuwbal effect.

Binnen het volksgeloof hadden heksen 3 gaven. Ze zouden (1) magische krachten hebben, (2) de mogelijkheid hebben zich in een ander levend wezen te veranderen en (3) ze zouden de mogelijkheid hebben zich snel te verplaatsen. Het laatste zou gebeuren met de bezemsteel of vliegend op een bok. De bezemsteel die een verwijzing is naar de fallus zou je na verluid alleen kunnen bestijgen met een laag lichaamsgewicht. Vanuit deze theorie ontstond de weegproef die vaak publiekelijk werd uitgevoerd in de stadswaag. Er werd nagegaan of het gewicht paste bij de lichaamsomvang van de vrouw. Was het gewicht te laag dan was het een heks. Vele onschuldige vrouwen vonden hierdoor in de late Middeleeuwen en ook nog daarna de dood. Vooral arme en oude vrouwen werden het slachtoffer van beschuldigingen. Daarnaast betrof het meestal de lelijke vrouwen die terecht kwamen op de brandstapel. Ze werden beschuldigd van hekserij omdat ze lelijk waren. Er werd destijds gedacht dat deze lelijke vrouwen tijdens heksen sabbatten zich konden transformeren tot mooie verleidelijke vrouwen. Echter zouden hun trekken de innerlijke lelijkheid verraden.

De heks was de belichaming van alles wat mannen angst aanjoeg in een vrouw. Ze werden vaak beschreven als vrouwen die zich naakt, onbeschaamd vertonen en zich zouden overgeven aan wilde dansen en seksuele uitspattingen. Ze vlogen naar heksensabbatten en bedreven daar ontucht met elkaar en de duivel. De duivel was een gedaante van de bok wat symbool staat voor de zinnelijke begeerte. Hans Baldung Grien maakte rond 1510 diverse werken waarop naakte heksen door de lucht vliegen of ontucht aan het plegen zijn. Zie het beeld hieronder.

Op afbeeldingen van heksen zie je vaak man onvriendelijke handelingen terug. Zo zie je in het werk van
Jacob Cornelisz van Oostsanen uit 1526 dat de heks van Endor worstjes aan het grillen is. Een bekend fallussymbool wat op de barbecue de angst van mannen weergeeft ten aanzien van onafhankelijke en seksuele vrouwen. Later meer over de heks van Endor. In de tijd dat Van Oostsanen dit werk maakte waren ze in Noordwest-Europa bezig met vervolgingen van vrouwen die beschuldigd waren van hekserij. Kort na het ontstaan van zijn werk was er in 1528 voor zover bekend de eerste dodelijke afloop bij een vervolging. Van Oostsanen was niet de enige kunstenaar die zich interesseerde in het onderwerp hekserij. Zo waren er veel Duitse kunstenaar uit dezelfde tijd zoals de al genoemde Baldung Grien. Maar ook Dürer, Altdorfer en Cranach lieten zich inspireren door de verhalen. Het waren kunstenaar uit de Renaissance. Tussen de 15de en 18de eeuw zijn er veel werken gemaakt met het thema heks als onderwerp. De werken waren vaak gebaseerd op Saul, het uiterlijk van de heks en de sabbatten. Echter waren er ook kunstenaars zoals Hans Ueli die de martelingen, ondervragingen en de straffen uitbeelden in hun werk. Er zijn ook veel prenten ter ondersteuning van teksten en strooibiljetten te vinden. Voor voorbeelden van diverse werken zie de beeldbijlage. In de later periode hebben zowel Fransisco Goya en John William Waterhouse zich in veelvoud door het onderwerp heks laten inspireren.

De uiterlijke en innerlijke kenmerken van de heks worden uitgebreid beschreven in de literatuur. Enkele omschrijvingen rond de Middeleeuwen waren dat ze zwarte gewaden aan hadden of naakt waren. Ze waren schrikwekkend om te zien of getransformeerd tot een verleidelijke vrouw. Ze waren bleek, vaal, mager, hadden diepliggende donkere ogen (hologig) en ze hadden losse haren. Daarnaast krijste ze luid, waren ze koppig, halsstarrig, zwijgzaam en afwezig. Uit hun ogen sprak het zwarte gal en de somberheid.

We groeien als het waren tot aan de dag van vandaag ermee op door de vele prachtige verhalen en sprookjes. Voor de ene schrijver waren het enkel bijgelovige vrouwtjes maar andere schrijvers waren heilig overtuigd van het bestaan van heksen. Pas in de 18de eeuw vond er een verandering in de literatuur plaats. Er was spraken van een ontmythologisering. Uit de verhalen van de klassieke oudheid was Madea de meest gevreesde heks. Hier kom ik later op terug. De heksen voorkomend in de Europese sprookjes hebben meestal geen naam. Behalve als het goede heksen zijn zoals mevrouw Holle. Je hebt dus ook vormen van goede magie. Magie die niet als doeleinde kwaadaardigheid heeft. De goede magie wordt ook wel de witte magie genoemd en de kwade de zwarte magie. Dit zou voort komen uit de opvatting dat magie antichristelijk is en dus uit het duister voortkomt. Tegenwoordig wordt hekserij op een heel andere manier bekeken en beoordeeld. Er is een eigen religie rondom ontstaan die Wicca heet. Wicca gebaseerd op de
natuur en op het goddelijke in alles.

De heks van Endor
Saul raadpleegde het beroemde medium de heks van Endor. Hij voelde zich op een kritiek moment in de steek gelaten door God. Hij wilde raad aan de vooravond van zijn strijd tegen de Filistijnen. Saul wilde persé dat de heks de geest van de overleden Profeet Samuel zou oproepen zodat hij de strijd zou kunnen leiden. Samuel was de vroegere adviseur van Saul. De geest van Samuel vertelde hem dat hij de strijd zou gaan verliezen en samen met zijn zonen gedood zou worden omdat hij zich zou hebben afgekeerd van God. Dit gebeurde ook. De drie zonen van Saul komen te overlijden en Saul zelf stort zich in zijn zwaard. In de Middeleeuwen werden er veel banderols afgebeeld op kunstwerken. Dit is een langwerpige band met een Latijnse opschrift. Op de banderol stond de naam van de afgebeelde persoon of een tekst. Dit lichte het verhaal van de kunstenaar toe. Jacob Cornelisz. van Oostsanen deed dit ook in zijn werk Saul bij de Heks van Endor uit 1526. Een deel van de test luide als volgt: “ Toen zei Saul tot zijn dienaren: Zoekt mij een vrouw die geesten van doden kan bezweren; dan wil ik naar haar toe gaan en haar raadplegen. Zijn dienaren antwoordden hem: Zie, er is een vrouw die geesten van doden kan bezweren, in Endor. Toen vermomde Saul zich, hij trok andere klederen aan en ging met twee mannen op weg. (...) Daarop vroeg de vrouw: Wie moet ik u laten opkomen? En hij antwoordde: Laat mij Samuel opkomen ...” Jacob Cornelisz van Oostsanen (ca. 1470-ca. 1533) kreeg voornamelijk opdrachten voor religieuze schilderingen op panelen en kerkgewelven, maar hij schilderde ook de wereldlijke onderwerpen. Naast schilder was hij ook bekend als houtsnijder. Hij maakte een soort van stripverhaal van het Bijbelse verhaal. Hij beeldde het bijbelverhaal af in vijf episodes. Links bezoekt Saul de heks. Op de voorgrond bezweert zij de geest van Samuel, die achter de ruïne uit zijn graf klimt. Achter hem strijdt het leger van Saul tegen de Filistijnen en vlak daarvoor werpt Saul zich op zijn zwaard. Een sater (demon, voorgesteld als een kleine man met staart en bokkenpoten, geil en plaagziek van aard) houd het toverboek Stapelrecht vast. Dit boek was in de 16de eeuw erg populair en bevat de omschrijving om geesten aan te roepen. Dit was een verderfelijke bezigheid die enkel dor de vrouw uitgevoerd kon worden. Er is wierook en er branden kaarsen van menselijk vet. Linksonder houdt een monster een spiegel vast. Via de spiegel kun je de schim van Samuel zien die uit zijn graf klimt. De heks zit op een uilentroon binnen de magische cirkel en voert toverkunsten uit. De uilen die de waarzegster vergezellen zijn in deze tijd het symbool van domheid. De uil staat ook symbool voor verlokking en misleiding. De uil is lichtschuwend en houdt van de duisternis. Zo wordt de uil een metafoor voor alles wat het licht niet mag zien zoals zonde en duistere praktijken. De hekserij werd destijds als een domme activiteit gezien. Recht van het werk zie je vrouwen en bokken proeven van het brouwsel terwijl de duivel op een lier speelt. In het midden onder de boog is de voorspelling van de profeet te zien en stort Saul zich in zijn zwaard. Dit terwijl er heksen en duivels door de lucht vliegen.

Half vrouw, half dier

Deze waren lelijk in de zin van de kwalijke en onbehoorlijk innerlijke vorm. Ze hadden macht die ze gebruikte om te doden. Het waren zij die doodde. De wezens waren niet volmaakte vrouwen. Ze waren deels vrouw en deels dier. Hoe dit binnen de kunst is weergegeven verschild erg per periode. Vooral in de latere periode is het vrouwelijke gedeelte gedetailleerder en mooier afgebeeld om hiermee de vrouwelijke, macht te benadrukken.

Sirenen en de meermin (de zeenimf/ muze)
De Sirenen en meermin waren mythische wezens, die half dier, half vrouw waren.
De meermin en de sirene hebben elementen uit het folkloristische volksgeloof maar de kern ervan gaat terug naar de godenverhalen uit de klassieke Oudheid. De meermin heeft het bovenlichaam van een vrouw en een onderlijf met een vissenstaart. De sirene heeft eveneens het bovenlichaam van een vrouw maar het onderlijf van een vogel, met klauwen en vleugels. De Grieken gebruikten het begrip sirene ook om diegenen aan te duiden die zeer meeslepend konden spreken. Ook wordt in de Oudheid de sirene en de muze genoemd als een en dezelfde. De overgang van sirene (half vogel / half vrouw) naar meermin (half vis / half vrouw) zou in de zevende eeuw hebben plaats gevonden. Soms worden ze door hun schoonheid ook wel zeenimfen genoemd. Ze waren volgens de vertellingen de dochters van de zeegod
Phorcys of die van de stroomgod Acheloüs en Sterope. Ze waren erg knap en zongen zulke mooie liederen, dat de reizigers die hun eiland passeerden de verlokking niet konden weerstaan. Vervolgens vaarden zij zich te pletter tegen de rotsen. De Sirenen zogen alle levenskracht uit de mannen tot de dood volgde. De eerste beschrijving in de literatuur is te vinden in de Griekse en Romeinse literatuur waar Homerus de sirenen vermeldt tijdens de reis van Odysseus. Odysseus ontsnapte, volgens het verhaal van Homerus, aan hun gezang door de oren van zijn bemanning te vullen met was en zichzelf vast te laten binden aan de mast van het schip. Hij kon op deze wijze de liederen horen terwijl zijn bemanning zich niet liet verleiden te dicht in de buurt van de rotsen te gaan.
Met de opkomst van het christendom ging men de meermin vereenzelvigen met de zonde, het femme fataal motief. De grondslag van de ondergang van de man. Ze worden als mooie vrouwen afgebeeld, die met hun schoonheid en zang de mannen betoverden. Het ging hier dus over de innerlijke lelijkheid/ slechtheid. Tijdens de middeleeuwen werd de meermin uitgerust met attributen zoal de luit, de spiegel en de kam. Zo werden de begrippen zonde en verleiding in verbinding gebracht met ijdelheid, en vrouwelijke schoonheid. In de literatuur zijn er talrijke voorbeelden van meerminnen. Er zijn omschrijvingen van gedaante wisselingen. In het water een vis en buiten het water een mooie vrouw. Het populairste verhaal met dit als standpunt is ongetwijfeld “De kleine zeemeermin” van Hans Christian Andersen. 1836. Maar ook bij Shakespeare (Comedy of errors, A midsummer night dream) (1594), John Donne (1590) en Edmund Spence (Faerie Queen) (1590) is de sirene/ meermin het onderwerp. In de oudste literatuur en legenden was er spraken van 2 sirenes. Latere literuur hebben het er over 3 en nog later zijn er hier nog mee aan toe gevoegd. De bekendste 3 waren Parthenope (maagdengezicht), Ligeia (schrille), en Leucosia (het witte zijn). In het boek over dieren en hun eigenschappen van de Florentijn Brunetto Latini (het bestiarium) is er de volgende beschrijving gegeven. “Die het uiterlijk van een vrouw hadden van het hoofd tot aan de dijen, maar naar beneden op een vis leken, en vleugels en klauwen hadden, waren er in drie soorten: uit de mond van de eerste kwam een buitengewoon gezang, van een stem als die van een vrouw; de stem van de tweede leek op de fluit of de canon, die van de derde op de citer; ze vertellen erbij dat zij door de zachtheid van hun gezang argeloze reizigers die op zee voeren deden vergaan”. De Duitse mythologie kende een meermin met een gespleten en dubbele vissenstaart. Deze werd de melusine genoemd. De verbeelding van de sirenen en de meermin in de kunst gaat ver terug. De eerste verbeeldingen zijn terug te vinden als kleine beeldjes, afbeeldingen op vazen, pentekeningen gravures en mozaïeken. Later zijn er gedetailleerdere schilderijen, tekeningen en sculpturen terug gezien. De eerste afbeeldingen zijn vrij primitief. Het zijn vrouwen met een vogel lichaam (de sirenen). Ze bestaan voornamelijk uit een vogeldeel. De borst en het gezicht geven het vrouwelijke weer. De vrouw is niet zo mooi en verleidelijk aangegeven als in de latere werken. Vanaf de 7de eeuw worden de sirenen als meerminnen afgebeeld met het onderlijf van een vis. Er heeft een overgang plaats gevonden. Ik heb hiervan voorbeelden terug gevonden uit de 12de eeuw. Latere werken bevatten meestal de vrouwen met een vissentaart. De vrouwen zijn nu mooi afgebeeld om de verleiding van het verhaal te benadrukken. De mooiheid benadrukt hun macht op de man. Het zijn naakte jonge vrouwen. Dit zie je ook bij de nimfen terug. Ze dragen vaak attributen als een luit, citer, spiegel en de kam. De attributen komen ook voor bij de muzen. De melusine en de transformatie van in water een vis en buiten water een vrouw zie je veel minder terug in afbeeldingen. Toch zijn hier voorbeelden van te vinden. Verder zijn ze vaak te herkennen aan hun omgeving. Water en boten/ schepen met mannen. Het verhaal van
Odysseus is vaak gebruikt in de kunst. Hij is te herkennen doordat hij vastgebonden is aan de mast. Verder is hij herkenbaar door zijn baard, wapen en wapenuitrusting. Voor voorbeelden zie de beeldbijlage. Latere kunstenaars die zich hebben laten inspireren door de sirenen waren o.a. Franz von stuck, Charles Edward Boutibonne, John William Water, Herbert James en Picasso.

De Sphinx
De Sphinx is een wezen dat zowel in de Griekse als Egyptische mythologie voorkomt. Groot verschil is de interpretering ervan. De Egyptische Sphinx geldt als een godin van wijsheid en kennis. De Griekse Sphinx daarentegen is een verafschuwend, (innerlijk lelijk) bloeddorstig wezen. Verhaal gaat terug ongeveer 600 jaar voor Christus.

De plaats Thebe in Griekenland werd geterroriseerd door een
Sphinx. De Sphinx is volgens de Griekse legende een monster met het uiterlijk van een halve leeuw en een halve vrouw met vleugels. Deze Sphinx wachtte voorbijgangers op bij de stadspoort en wurgde iedereen die haar raadsel niet kan oplossen. Daarna at ze de dode voorbijganger op. Oedipus ging naar Thebe om de uitdaging aan te gaan. Het raadsel opgelegd aan Oedipus luide als volgt: "Welk dier loopt 's ochtends op vier benen, 's middags op twee benen en 's avonds op drie?" Het raadsel van de sfinx wordt door Freud in verbinding gebracht met de kinderlijke nieuwsgierigheid naar de vraag waar kinderen vandaan komen. Het verhaal gaat dat de Sphinx elke keer een ander raadsel opgaf maar omdat niemand het overleefde is er niet bekend welke dit waren.

Oedipus slaagt erin het raadsel op te lossen (Een mens "loopt" als baby op handen en voeten, als volwassene op twee benen en als hij oud is geworden loopt hij op drie benen: twee benen en een wandelstok). Nadat het raadsel was opgelost heeft de Sphinx zichzelf tegen de klippen geworpen. Zo verloste Oedipus de stad van het monster. Na zijn vader te hebben vermoord wordt hij koning en trouwde hij zijn moeder. De Sphinx is in de kunst te herkennen aan het onderlijf van de leeuw en het bovenlijf van de vrouw. Het bovenlijf heeft vleugels aan de achterkant en borsten aan de voorkant. Het wezen heeft een agressieve en sterke uitstraling. Het wezen draagt meestal een kroon of band om haar hoofd en staat over het algemeen geplaatst op een sokkel. Dit kan de rotst bij de stadspoort in Thebe symboliseren. Op sommige werken is te zien dat ze 1 leeuwenpoot omhoog steekt. De vraag van het raadsel stelende. Vaak is dit in de kunst samen weer gegeven met Oedipus. Afbeeldingen vind je veelal terug op Griekse vazen en borden. Ook zijn er tal van beelden bekend. Ook hier geld hoe later de werken hoe gedetailleerder. Voor voorbeelden zie de beeldbijlage. Latere kunstenaars die zich hebben laten inspireren door de Sphinx waren o.a. Jean Auguste Dominique Ingres, Henry Fuseli en Gustave Moreau.

Femme Fatale

Ik ga hier kort in op verschillende femme fatale die kunstenaars hebben geïnspireerd. Ik maak een korte omschrijving van de femem, hoe ze herkenbaar zijn en terug te vinden in de kunst.
Bij de femme fatale gaat in het algemeen over de mooie vrouw die met haar schoonheid een hoop ellende met zich mee bracht. Voor de man had de femme vaak een fatale afloop. Ze waren soms innerlijk slecht en dus lelijk in de zin van de onbehoorlijk innerlijke vorm. Soms waren de vrouwen ook het slachtoffer van hun uiterlijke schoonheid en hadden ze geen kwaad in de zin. Doordat vele mannen de schoonheid niet konden weerstaan gebeurde er echter volgens de verhalen toch dingen die toegewijd werden aan de vrouw. De verhalen komen voort uit de Oudheid, of zijn religieuze en bijbelse afkomst. Ik zal dit per femme fataal benoemen.

Medusa/ Medousa
Medusa is een monsterlijk mythisch wezen uit de Griekse mythologie. Zij is een van de chtonische goden. Dit betekend dat ze een god is met betrekking tot de aarde en in het bijzonder die van de onderwereld. Ze was samen met haar 2 zussen Stheno en Euryale een van de 3 gorgononen wat doorgaans staat voor de dochter van de zeegoden. Ze zagen eruit als vrouwen met slagtanden, handen van brons, vleugels van gouden en kronkelend slangenhaar. Iedereen die deze dames aankeek veranderde in steen. Medusa had ooit een bijzondere schoonheid. Ze woonde echter, tot haar verdriet, in een land waar nooit de zon scheen. Medusa smeekte Athena haar te laten vertrekken naar zonnigere oorden. Toen dit werd geweigerd vernederde zij de godin. In andere verhalen gaat het verhaal dat Medusa de liefde bedreef met Poseidon in de tempel van Athena. Als wraak zou Athena Medusa's mooie haar in een nest kronkelende slangen hebben veranderd. Haar levenstaak werd toen om zoveel mogelijk mensen te laten verstenen. Uiteindelijk werd ze zelf gedood door Perseus. Dit lukte hem doordat hij haar niet direct aankeek maar dit deed via zijn schild. Hierdoor versteende hij niet. Uit haar bloed worden als gevolg van een eerdere liefde met Poseidon het gevleugelde paard Pegasos en de reus Chrysaor geboren. Uiteindelijk werd haar hoofd door Perseus aan Athena geschonken, die het op haar schild plaatste om er vijanden mee te kunnen verstenen. Vanwege het vreselijke uiterlijk werden er vaak afbeeldingen op Griekse tempels en schilden van haar aangebracht om zo onheil te kunnen afweren. Dit kon alleen om haar hoofd gaan of haar gehele lichaam. Ze werd vaak weer gegeven met een angstaanjagend gezicht en kronkelende slangen in plaats van haar. Soms vind je haar ook terug met vleugels. Je ziet vaak werk waarin de onthoofding plaats vindt maar onder andere in het werk van Caravaggio is alleen het hoofd te zien. Andere belangrijk werk is: Perseus hakt medusa’s hoofd eraf ca. 1650 door Francesco Maffei en het hoofd van medusa ca.1680 door Peter Paul Rubens.

Circe
Is een mythisch personage uit de oudheid. Ze komt voor in verschillende Griekse Mythen. Ze was de dochter van de zonnegod en een berucht tovenares. Ze was een meedogenloze vrouw die mensen om toverde in dieren. Ze woonde op een eiland en om haar huis liepen wilde dieren. Dit terwijl uit haar huis een lieflijk gezang klonk. Dit lokte mannen naar binnen. Ze werden minaars en kregen iet te drinken aangeboden uit de gifbeker. Hierdoor veranderde de mannen in dieren. Ze was een naakte verleidster en een knappe tovenares ineen die vanuit jaloezie en macht handelde. Dit kwam aan het licht nadat de ze was afgewezen door de minnaar van de mooie nimf Scylla. Uit wraak veranderde ze Scylla in een afzichtelijk monster. Scylla werd een zeemonster met zes hoofden en drie rijen tanden. Als monster bewaakt de Straat van Messina. Echter is Circe het meest bekend geworden door haar rol in Odyssee. Ze tovert de mannen van Odysseus om met haar toverdrank in zwijnen en probeert dat ook te doen met Odysseus zelf. Odysseus heeft echter van Mercurius het tegengif gekregen waardoor het gif van Circe niet aanslaat. Echter de schoonheid van Circe zorgt ervoor dat hij alsnog voor lange tijd op het eiland verblijft als haar minnaar. Circe moest de overige bemanning terug toveren naar hun oude gedaante. Na een lange affaire is Odysseus samen met zijn bemanning de reis gaan voort zetten. Ze betoverde de mannen dus zowel met haar toverkunst als met haar schoonheid. Vaak zijn de werken herkenbaar aan de naakte Circe omringd door haar dieren, haar gifbeker, boek en toverstaf. Belangrijke werken zijn Circe en haar minaars in een landschap ca 1525 door Dosso Dossi. Deze Italiaanse kunstenaar uit de Renaissance heeft meerder werken waarin Circe voor komt. Een ander belangrijk werk is: Circe verandert Odysseus mannen in dieren 1650 door Giovanni Benedetto Castiglione. In latere periode heeft John William Waterhouse zich vaker laten inspireren door Circe in zijn werk. Voor voorbeelden zie de beeldbijlage.

Medea
Ze was een mythisch personage uit de oudheid. Ze was een koningsdochter met magische krachtenafkomstig uit de Griekse mythologie. Ze was een heks en tovenares net als haar tante Circe. Medea was verliefd op Jason en heeft hem daarom geholpen bij het bemachtigen van de guldenvlies. (Het Gulden Vlies is de gouden schapenvacht van de god) Dit deed ze door hem te zalven waardoor hij onkwetsbaar werd. Daarnaast liet ze de wakende draak van de gulden vlies inslapen door een toverspreuk. Als dank hiervoor nam Jason haar mee terug naar Griekenland. Op de terugreis werden ze achtervolgt door haar vader. Om de vlies niet te verliezen offert Medea haar halfbroertje, die ze met voorbedachten rade hiervoor had mee genomen. Ze hakte hem in stukken om vervolgens de stukken in het water te gooien. Hierdoor loopt haar vader vertraging op omdat hij veel tijd nodig heeft alle stukken uit het water te vissen. Overmand door verdriet staakt hij de achtervolging. Medea en Jason belanden in Lolcus waar Medea hem door haar toverkunst de troon liet herwinnen. Ze vluchten samen naar Corinthe waar zij 2 of 3 kinderen kregen. Toen Jason haar verliet om met de Koningsdochter van Corinthe te trouwen nam ze wraak door de trouwjurk van de koningsdochter te vergiftigen waardoor zowel de dochter al de koning zelf om kwamen. Om Jason nog meer te tergen vermoorde Medea haar kinderen. Voor Medea zelf is deze pijn draaglijker dan de pijn die Jason haar bezorgde. In werken is ze vaak te herkennen aan de gifbeker, de tover/ kookketel, de ram waarmee ze met een list de troon herwon, een mes en of een strijdwagen al dan wel of niet voortgetrokken door een slang. In sommige verhalen gaat ze met deze tijdwagen op de vlucht. Belangrijke werk is dat van Medea 1637 door Antonio Maria Vassallo. Dit werk is te zien in het Uffizi te Florance. Ook Medea en Jason ca 1570 van Girolamo Macchietti is een van de werken. In latere periode is onder andere Eugene Delacroix geïnspireerd door dit verhaal. Voor meer voorbeelden zie de beeldbijlage.

Salome
Is een personage uit het nieuwe testament. Ze danste voor Herodus en vroeg en kreeg als beloning het hoofd van Johannes de Doper. Ze was de dochter van Herodias. Johannes was gevangen genomen door Herodias omdat hij kritiek zou hebben geuit ten aanzien van het incestueuze huwelijk tussen Herodus en Herodias. Herodus wilde Johannes wel doodden maar was bang voor de gevolgen. Hij kan het niet over zijn hart verkrijgen omdat Johannes door zijn volgelingen werd gezien als een profeet. Op de verjaardag van Herodus danste Salome voor hem. Hij was hiervan zo onder de indruk dat hij vroeg hoe haar te kunnen bedanken. Ingefluisterd door haar moeder vroeg ze het hoofd van Johannes. Herodus zwicht en bood het hoofd van Johannes aan op een schotel. Salome droeg de schaal naar haar moeder. Salome’s aandeel in de dood van Johannes de Doper is voor veel kunstenaars een inspiratiebron gebleken. Waarbij zij veelal als een mooie en verleidelijke vrouw wordt afgebeeld. Het geen hen zo aansprak was het grote contrast tussen de sensualiteit en de harteloosheid van Salome. Ze is vaak dansend te zien terwijl er ergens anders in de ruimte een onthoofding plaats vind of heeft gevonden. Het hoofd van Johannes ligt vaak op een schotel al dan wel of niet in de handen van Salome. Belangrijke werken zijn: Dans van Salome ca 1461 door Benozzo Gozzoli en Salome ca 1514 van.

Helena
Helena is een mythische personage uit de klassieke oudheid. Helena was de mooiste vrouw op aarde. Haar schoonheid heeft de Trojaanse oorlog veroorzaakt. Het was de vrouw die 1000 schepen deed uitvoeren. Ze was de dochter van Jupiter. Toen ze de leeftijd kreeg om te trouwen stroomde vele Grieken als huwelijks kandidaat richting Sparta. Menelaus kreeg de hand van Helena en werd koning van Sparta. De godin van de liefde, beloofde haar echter de jonge Trojaanse prins Paris. Ze werd verliefd op Paris en toen hij plot aan de Poort stond in Sparta om haar op te eisen is ze met hem mee gegaan. Volgens sommige is ze door hem ontvoerd. Aangekomen in Troje zijn zij in het echt verbonden. Haar echtgenoot Menelaus pikte dit echter niet waarop een 10 jarige oorlog uit brak. De bekendste oorlog uit de oudheid. Duizenden slachtoffers om 1 vrouw. Een femme fataal. Toch betreurde Helena volgens de vertellingen het bloedvergiet maar ze bleef van Paris houden. Na 10 jaar oorlog zegevierde de Grieken. Menelaus wilde Helena doden met zijn zwaard maar kon dit niet door de oogverblindende en overweldigende schoonheid. Daarna zijn ze samen terug gekeerd naar Sparta. Ze is altijd als een schoonheid weer gegeven. Bekende werken zijn De ontvoering van Helena ca. 1450 door Fra Angelico. En net buiten de Barok periode: Paris en Helena 1788 van Jacquess Louis David en Helena naar Paris gebracht 1776 door Benjamin west.

Overige Femme´s (fatale)

Er zijn er vast vele te vinden. Hier geef ik er nog een aantal in het kort weer. Ik moet keuzes maken. Hier dus kort een aantal andere femme uit de geschiedenis die kunstenaars hebben geïnspireerd

Lamia
Fatale verleidster waar over uiteenlopende verhalen bestaan vanuit de klassieke mythologie. Ze zou een demon zijn die kinderen vermoordde en volgens andere bronnen was ze een verleidster die van gedaante kon veranderen. Zij verleidt door van gedaante te wisselen tussen slang en vrouw. Lamia is een monster in vrouwengedaante. Ze is gericht op het ten gronde slaan van de man. De man schrikt zich dood als hij merkt wie ze echt is.

Clodia/ Lesbia
Clodia leefde van ca. 95 tot 44 v.Chr. Zij wilde haar eigen leven leiden en niet gebonden zijn aan de waarden en normen van die tijd. Dit bracht een geruchtenstroom met zich mee. Ze wilde haar weer in het Romeinse keurslijf hebben. Ze werd afgeschilderd als al het slechte wat zich in een vrouw kan huizen. De dichter Catullus schreef liefdesgedichten aan Lesbia, wat waarschijnlijk een pseudoniem is voor Clodia. Hierin is Clodia een echte fatale vrouw: De ene keer bewondert hij, de andere keer spreekt hij met afkeer.

Messalina
Messalina was de echtgenote van keizer Claudius. Zij had zoveel macht, dat ze met net zoveel mannen naar bed kon gaan als ze dat zelf wilde. Ze liet zich niet tegen houden door de geldende normen en waarden uit die tijd. De meeste van deze mannen vonden echter vrijwel onmiddellijk de dood en men weet dat aan Messalina's intriges. In 48 na Chr. kreeg ze de doodstraf.

Cleopatra (historisch personage)
Toen ze dertien jaar was, besteeg Cleopatra met haar jongere broer de troon van Egypte, onder voogdijschap van de senaat van Rome. Ze heerste echter praktisch alleen, omdat haar broer zo jong was. Begin 48 v.Chr. moest Cleopatra na een ruzie met haar broer de hoofdstad Alexandrië ontvluchten. Vanuit het buitenland probeerde ze haar land te heroveren. Caesar probeerde weer stabiliteit in het land te krijgen en de ruzie op te lossen. Cleopatra was er echter niet van overtuigd dat Caesar haar wel goed behandelde en bracht hem, gerold in een kleed, een bezoek. Caesar gaf haar de macht over Egypte, nadat ze hem verleid had. Uit belang ging ze een relatie aan met Antonius. In 34 .v.Chr. verdeelde Antonius Egypte tussen Cleopatra en haar kinderen. Octavianus was het hier echter niet mee eens en viel in 31 v.Chr. Egypte aan. Hij versloeg Antonius en Cleopatra bij de slag van Actium. Cleopatra pleegde zelfmoord door zich door een slang te laten bijten. Cleopatra is voor velen hét prototype van een femme fatale: verleidelijk, mysterieus en belust op macht. Ze laat zien dat in die tijd een vrouw wel degelijk macht kon hebben in de bestaande mannenwereld. De slang is vaak terug te vinden in de kunstwerken rondom Cleopatra. Maar ook oriëntaalse gewaden, en paarlemoeren oorbellen zijn vaak terug te vinden.

Juno/ hera (Godin uit de Griekse oudheid)
Juno personifieerde de lucht, de atmosfeer, die de vruchtbaarheid op de aarde doet nederdalen, maar tevens het veranderlijke van alle elementen is. Juno was de godin der vrouwen en de beschermgodin van het huwelijk. Haar uiterlijk wekt de diepste eerbied. In de mythen zijn wraakzucht en afgunst de belangrijkste karaktertrekken van Juno. Juno’s functie als beschermheilige van het huwelijk vindt uitdrukking in de mythen waarin zij vol jaloezie Zeus’ minnaressen en hun kinderen achtervolgt. Zo verandert ze de vrouwen in dieren of ontneemt ze hen het spraakvermogen. Diverse hemelverschijnselen, die een strijd tussen de hemel en de lucht leken te beduiden, werden door de Grieken geacht de echtelijke strijd tussen Zeus en Juno te zijn. De hoofdattributen van Juno zijn de kroon, de scepter, een toverriem om zichzelf verleidelijk te maken, de strijdwagen en pauwen als verwijzing naar het verhaal van Argus. Onder andere Rubens, Tintoretto en Veronese hebben werk over Juno gemaakt. Pandora (mythisch personage uit de oudheid) Haar naam kan zowel draagster van alle gaven als schenkster van alle gaven betekenen. Het is vanuit de Griekse mythologie de naam van de 1ste vrouw, die werd gevormd door Hephaistos uit water en aarde. Zij werd door Zeus aan de stervelingen als straf gezonden om onheil over hen te brengen. Dit omdat ze vuur uit de hemel hadden gestolen. Er is een dubbelzinnigheid rond Pandora Aanvankelijk was zij "schenk(st)er van alle gaven", maar in de denkwereld waar de vaderfiguur overheerst nam de mannelijke oppergod Zeus deze plaats in. De vrouw Pandora was volgens hen de bron van al het kwaad. In het vroege christendom zagen de kerkvaders in het verhaal van Pandora's doos al heel gauw een prechristelijke voorafbeelding van de Bijbelse zondeval: Pandora en Eva hadden allebei een zondige en ziekelijke nieuwsgierigheid gemeen, die de man, waarmee de gehele mensheid bedoeld wordt, noodlottig werd. In de kunst is ze vaak te herkennen door de aanwezigheid van een pot of een doos. Ook was er vaak een wolk van kwaad die uit de doos stroomde bij opening. Jean Cousin maakte in 1549 Eva, Prima Pandora.

Bacchus vrouwen
Daarnaast waren er de Kuise en opgewonden vrouwen. Dames van laag niveau waren de bacchanten.Bacchanten waren de volgelingen van de wijn en levenslust god Bacchus. Deze razende vrouwen waren bezeten van de god en traden buiten zichzelf, ze raakten in extase. Getooid met wijnranken trokken zij in een optocht door het land, juichend en gillend. Rubens heeft zich erdoor laten inspireren net zoals Titiaan Bellini, Poussin en Carvarggio.

De muzen en de nimfen

Ze werden eerder al genoemd bij het hoofdstuk van de sirene.

Muzen (godinnen uit de oudheid)
De negen Muzen, ook wel Parnassides genoemd naar hun woonplaats op de Parnassus, waren de Griekse godinnen van de kunsten en wetenschap. Namen voor de drievoudige muzen waren Melete ('meditatie'), Mneme ('herinnering') en Aeode ('lied'). Zij waren de dochters van Moeder Aarde en de Lucht. De negenvoudige muze met haar functies kwam voor het eerst voor bij Hesiodus. Muzen waren verleidelijk en meeslepend. Denk aan de sirenen die ook wel muzen worden genoemd.
De negen muzen zijn:
Kalliope (muze van de filosofie en de retorica)
Clio (muze van de geschiedschrijving)
Melpomene (muze van de tragedie)
Thaleia (muze van de komedie)
Urania (muze van de sterrenkunde)
Erato (muze van de lofzang, het lied en de lyriek)
Terpsichore (muze van de dans en de lyrische poëzie)
Euterpe (muze van het fluitspel)
Polyhymnia (muze van de retoriek en de gewijde liederen)

Nimfen (mythische personages uit de oudheid)
Een nimf (bruid, gesluierd) is een Griekse chtonidsche half godin die in de natuur leeft, en vaak gebonden is aan een bepaalde plek of plantensoort. Ze is een bevallig meisje, dat in de godsdienstige voorstellingen van de Grieken een personificatie was van het leven en de rusteloze werkzaamheid, die er heerst in de natuur. De werkkring van nimfen strekt zich dan ook over de ganse natuur uit. Zij kan zich openbaren in het ruisen van de bronnen en beken, zowel als in het ontkiemende plantenleven, in het bos en op veld en weide. Nu eens wijdt zij zich aan de een of andere nuttige werkzaamheid, dan weer voert zij samen met andere nimfen bevallige reidansen uit en zingt vrolijke, lustige liederen, of duikt met haar tedere ledematen onder in het water. Er zijn verschillende soorten nimfen onderscheiden naar de verschillende delen van de natuur, waarin zij leefden en werkten:
Hydriaden, nimfen van de wateren
Nimfen van de
bergen,
De dryaden of hamadryaden zijn bosnimfen.
De anthousa zijn de onbekende nimfen van de bloemen.
De
aurae zijn de nimfen van de bries, waarschijnlijk dochters van de vier winden
De
lampaden dragen toortsen om het pad van hun meesteres Hekate te verlichten. De oude Grieken geloofden dat deze nimfen ook verantwoordelijk waren voor de visioenen van de sterfelijke.
De
maenaden of bacchanten vergezellen de god Dionysus. Ze dragen lange gewaden en dierenvellen, en voeren wilde dansen uit. Hun voedsel bestaat uit rauw vlees, dat zij met blote handen van hun slachtoffer afscheuren.

De beeldende kunst stelde de nimfen voor als bevallige meisjes, zeer dikwijls in het gevolg van Dionysos. Gewoonlijk waren zij met bloemen en kransen gesierd. De najaden werden dikwijls voorgesteld als water scheppende of een mosselschelp voor zich uithoudende of wel met een ander attribuut, dat op hun betrekking tot het water duidde. Doorgaans worden zij in een licht gewaad voorgesteld of naakt.